Tuingrond
Planten worden mooi en sterk van vruchtbare tuinaarde. Welke grond heeft u zelf en hoe kunt u die verbeteren?
Tuingrond van goede kwaliteit houdt voeding en water vast, en geeft dat af aan de planten. De structuur van de grond is daarbij heel belangrijk. Die moet voldoende los en 'luchtig' zijn om de wortels goed te laten ontwikkelen en zuurstof te geven. Bovendien moet de grond voldoende humus en bacterieel leven bevatten om de planten te voeden. Is dit alles het geval, dan spreek je van vruchtbare grond.
Wat voor soort grond u heeft, kunt u makkelijk testen. Neem op een warme, droge dag wat van de tuinaarde in je hand. Valt de grond droog tussen je vingers weg, dan is het zandgrond. Zijn het harde kluiten, dan is het kleigrond. Bij een mooie, kruimelachtige structuur zit u ergens tussenin. Over het algemeen geldt: hoe donkerder de grond, hoe meer organische stof erin zit. Een grondsoortenkaart laat zien welke grond in welk gebied van Nederland veel voorkomt en kan je verder helpen uw grondsoort te bepalen. Ook kunt u aan buren of een plaatselijke hovenier vragen naar hun ervaringen et de grond en wat ze eraan doen om deze gezond te houden. Bij tuincentra zijn bodemtesten te koop die een analyse maken van de voedingstoestand, zuurgraad, bodemgesteldheid en structuur.
Grondsoorten
Kleigrond
Heeft u kleigrond, dan is goede drainage belangrijk. Deze grond is voedingsrijk, maar kan te compact worden. Hierdoor loopt water niet goed weg, ontstaan er plassen en 'verdrinken' de planten. Om de grond te verbeteren kunt u de kleigrond vermengen met compost. Naast een betere afwatering, zorgt dit organische materiaal voor verluchting en extra voeding. Ook kunt u kiezen voor een drainagesysteem, waarbij buizen in de lengte van de tuin worden ingegraven. Bij neerslag wordt het water afgevoerd naar een put of naar een sloot in de buurt.
Zandgrond
Bij zandgrond is het probleem juist dat het water te makkelijk wegloopt, waardoor planten te weinig vocht en voeding krijgen. Ook hier kunt u compost door de grond mengen voor verbetering, dit organische materiaal geeft voedingsstoffen af en houdt de grondvochtig. Met het water spoelen ook voedingsstoffen makkelijk weg, dus regelmatig bemesten is bij zandgrond van belang.
Veengrond
Veengrond is bijna zwart van kleur en voelt een beetje sponsachtig aan. Het is een mengsel van aarde met verteerde en halfverteerde plantenresten. Van nature dus rijk aan organisch materiaal. Een probleem is dat de grond somt te nat is of dat de grondwaterstand vrij hoog is. Dat kan verholpen worden door te draineren en door bomen, struiken en vaste planten op een klein bergje te zetten. Door de goede doorlatendheid houdt veengrond voedingsstoffen makkelijk vast. Let wel op de zuurgraad, die is vaak laag. In het voorjaar mesten zal de grond verbeteren.
Zavelgrond en löss
Zavelgrond komt verspreid voor in Nederland en is de meest ideale grond voor tuinplanten. Het is een combinatie van kleigrond met 60% - 80% zandgrond. Het is goed te bewerken, goed doorlatend en meestal rijk aan humus. Löss is alleen te vinden in Zuid-Limburg en is zeer geschikte tuingrond. De korrelgrond ligt tussen zand en klei in. Löss heeft een hoog kalkgehalte en is daardoor minder geschikt voor zuurminnende planten.