Pompen en filters
Er zijn 2 soorten pompen: onderwaterpompen en oppervlaktepompen. Voor de meeste tuiniers zijn de laatste niet van belang omdat ze alleen worden gebruikt om zeer grote hoeveelheden water te verplaatsen en zelden nodig zijn in een huiselijke situatie. Oppervlaktepompen vereisen een speciaal gebouwde bakstenen kamer en vaak een uitgebreidt buizenstelsel die de vermogens van de gemiddelde doe-het-zelver te boven gaan.
Er is een groot assortiment onderwaterpompen verkrijgbaar. Zelfs vrij kleine pompen kunnen een behoorlijke straal waer omhoogspuiten en tegelijkertijd een aardige waterval produceren. Er zijn ook miniatuurpompen die een bescheiden straal geven die geschikt is voor een waterpartij in een pot of bak.
Filters zijn ook nuttige onderdelen van een pomp, met name in een vijver waar geen natuurlijk evenwicht te verwachten valt. Er zijn 4 belangrijke filtersystemen die elk geschikt zijn voor een ander doel, maar het mechanische type is het soort dat gewoonlijk met fonteinen wordt geassocieerd. Dit is een systeem dat zwevende deeltjes en brokstukken verwijderd door water door een filter te leiden. De andere hebben een chemische of biologische werking of maken gebruik van UV-licht.
De belangrijkste factor bij een pomp is de stroomsnelheid: de hoeveelheid water die de pomp in een minuut of uur verplaatst en het effect daarvan op de waterpartij. Een eenvoudige test om de benodigde capaciteit te berekenen houdt in dat u de gewenste waterstroom per minuut meet, dit omzet in liters en de uitkomst met 60 vermenigvuldigt voor de stroomsnelheid per uur.