Vissen Voeren
Leuk om te doen, vissen voeren. Maar heeft u ook in de gaten wat er gebeurd als u te veel voert? Hieronder wordt beschreven wanneer en hoeveel u de vissen moet voeren.
De hoeveelheid
Vaak wordt er gedacht van: 'Ik geef de vissen maar wat meer, dan hoef ik ze morgen niet te voeren.' Maar zo gaat dat niet. De vissen moeten maar een klein beetje eten hebben. U moet zelf onderzoeken hoeveel de vissen op kunnen. Geef liever een aantal keer per dag een klein beetje, dan in 1 keer heel veel.
Gevolgen van teveel voer
Het gevolg van teveel voer is dat het overgebleven voer naar de bodem zakt. De vissen gaan meer ontlasting produceren, wat ook weer naar de bodem zakt. Al de ontlasting en het voer gaat rotten en de samenstelling van het water veranderd. Doordat de samenstelling van het water veranderd, wordt het water troebel. Door al het afval op de bodem van de vijver, ontstaan er ziektekiemen. De vissen worden ziek en in het ergste geval gaan ze dood.
Wanneer voeren?
De vissen hoeven pas gevoerd te worden als het 's nachts boven de 10 oC is. Dat is omdat de vis het voer onder de 10 oC niet meer kan verteren. 's Winters hoef je de vissen vaak niet te voeren. Is het een zachte winter (temperatuur boven 10 oC), dan hebben de vissen behoefte aan voedingsstoffen. Pas het voedsel zo aan dat de vissen het voedsel goed kunnen verteren. Het is belangrijk om de vissen rond dezelfde tijd te voeren. Dit maakt de vissen ook tam.
Welke soort voer?
Er zijn 2 soorten voer, droogvoer en levend voer. Levend voer geeft de vissen een goede conditie. Het nadeel van levend voer is dat het snel bederft. Droogvoer is daarentegen erg lang houdbaar. Droogvoer is ook compleet op het gebied van vitamines. Het maakt niet uit of de vissen leven van droogvoer of van levend voer. Wel is het belangrijk om afwisseling in het voedsel te houden.